Nabijbereik – Sensor – Standlicht

Verlichting van het nabij-bereik

Het verlichte bereik bij koplampen met verlichting van het nabij-bereik begint nu al 1 meter vóór de fiets. Helderheid in dit nabij-bereik (met vloeiende overgangen naar het centrale bereik) is voor een veilig fietsgevoel van doorslaggevend belang. U rijdt niet meer in een “zwart gat“ dat zich direct voor het voorwiel bevindt, maar heeft de mogelijkheid, net als bij het rijden bij daglicht, om op kleine oneffenheden of hindernissen te reageren door kort en intuïtief het stuur te bewegen – een duidelijke verbetering van "gevoelde" en reële veiligheid!

Standlicht

In onze koplampen en achterlichten met elektronisch standlicht is een condensator geïntegreerd.

Die is na een klein stukje rijden al opgeladen en zorgt ervoor dat de koplamp en het achterlicht bij stilstand verder branden. Zo blijft de fietser ook bij aanhouden bij een stoplicht goed zichtbaar voor andere verkeersdeelnemers.

Bij sommige producten kan het standlicht met de hand worden uitgezet, bijvoorbeeld wanneer men wil verhinderen, dat de fiets – bijvoorbeeld door het nog altijd brandende licht na het parkeren – mogelijke lange vingers aanlokt.

Sensorfunctie

Dynamo-koplampen met sensorfunctie hebben een sensor voor licht en donker en gaan bij schemering of duisternis automatisch aan; de fietser hoeft zich derhalve niet meer zelf met zijn lichtinstallatie op te houden. Is een achterlicht op de koplamp aangesloten, wordt ook dat door de sensor aan- en uitgezet.

Om te voorkomen dat het licht bij rijden in het donker niet uitgaat als het licht bijvoorbeeld van een auto op de sensor valt, is een vertraging van acht seconden in de sensor voorzien.

Koplampen met LICHT24 (dagrijlicht) worden niet aan- en uitgeschakeld, maar wisselen automatisch af tussen dag- en nacht-modus.

Achterlichten met accu en sensorfunctie zijn van extra bewegingssensoren voorzien. Alleen als zulke fietsen bij duisternis in beweging zijn, worden de achterlichten aangezet.